Hoe sociometrie uit te voeren

Hoe sociometrie uit te voeren
Hoe sociometrie uit te voeren
Anonim

Sociometrie is een van de meest gebruikte diagnostische procedures voor het meten van interpersoonlijke relaties in een groep. Sociometrie, zoals gedefinieerd door de maker Moreno, is een empirische wetenschap die kwantitatief en kwalitatief de interpersoonlijke relaties en ervaringen evalueert die verband houden met de rollen die mensen spelen in de sociaal-emotionele structuur van hun groep. De essentie van de sociometrische methode is de selectie door leden van de groep van andere leden van de groep voor gezamenlijke activiteiten onder bepaalde omstandigheden of specifieke situaties.

Gebruiksaanwijzing

1

De keuze van een sociometrisch criterium, d.w.z. een vraag die aan alle leden van de studiegroep werd gesteld om de relatie tussen hen te verduidelijken.

Het criterium moet een indicator zijn, een indicator van deze relaties. Bijvoorbeeld: 'Met welke klasgenoot wil je oefenen?' Het criterium moet een voorstel voor keuze of afwijzing bevatten en moet zodanig zijn geformuleerd dat hun emotionele houding tot uiting komt in de reacties van de groepsleden.

2

De keuze van de procedure voor het uitvoeren van sociometrie.

Hier zijn twee opties mogelijk. Bij de eerste selecteert de respondent zoveel personen als hij nodig acht.

In het tweede geval selecteert de respondent zoveel mensen als vooraf afgesproken.

Zo wordt voor een groep van 20 personen aanbevolen om het aantal verkiezingen te beperken tot 4.

3

Opstellen van een sociometrische vragenlijst (kaart) om informatie te verzamelen.

Het moet een duidelijke indicatie bevatten hoe een kaart moet worden ingevuld (indien nodig), een keuzebeperking en sociometrische vragen. Soms wordt het doel van de studie samengevat in een kaart.

4

Verwerken van ontvangen gegevens.

Eerst wordt het aantal positieve en negatieve verkiezingen berekend, evenals het aantal wederzijdse verkiezingen voor elk lid van de groep. Verder worden, afhankelijk van het doel van de studie, verschillende persoonlijke en groepsindices berekend die het systeem van relaties in de groep kenmerken.

U kunt bijvoorbeeld de positieve sociometrische status C van een bepaald groepslid berekenen:

C = aantal positieve keuzes ontvangen door een lid van de groep / N-1, waarbij N = groepsgrootte. Hoe dichter C bij eenheid is, hoe beter de verhouding van groepsleden tot deze vertegenwoordiger. Of de groepsindex is de wederkerigheidsindex G.

G = aantal wederzijdse positieve bindingen / N * (N-1), waarbij N = groepsgrootte. Hoe dichter G bij eenheid is, hoe groter de cohesie van de groep. In grote groepen van 25-35 personen moet G = 0, 20-0, 25 als bevredigend worden beschouwd.

'Sociometrie: een experimentele methode en de wetenschap van de samenleving', Y. L. Moreno, 2001