Seizoensgebonden affectieve stoornis (ATS) wordt gediagnosticeerd op basis van een aantal belangrijke symptomen, waaronder niet alleen typische symptomen van klinische depressie. Bovendien zijn artsen van mening dat er twee soorten ATS zijn. En afhankelijk van het type kunnen de symptomen van de ziekte enigszins variëren. Welke manifestaties kunnen de ontwikkeling van ATS aangeven?
Seizoensdepressie, ook wel in vereenvoudigde vorm ATS genoemd, kan voorkomen in een voorwaardelijk milde (gunstige) vorm of in de vorm van een ernstige aandoening.
Het eerste type ATS: gunstig
De milde vorm van de aandoening duurt meestal niet langer dan 4 maanden. In de regel veroorzaakt een dergelijke seizoensgebonden depressie minder ongemak voor de patiënt, gemakkelijker te behandelen en te corrigeren.
De karakteristieke kenmerken van ATS zijn:
- overmatige gevoeligheid voor weersveranderingen;
- hoofdpijn, duizeligheid, algemene lichamelijke malaise, die niet wordt veroorzaakt door verkoudheid of een andere ziekte;
- krachtverlies, verhoogde slaperigheid, terwijl slaapstoornissen in de vorm van kortdurende slapeloosheid kunnen worden waargenomen; als gevolg van een storing van de biologische klok, kan een persoon die een aanval van een seizoensgebonden affectieve stoornis ervaart, letterlijk dag en nacht verwarren;
- lethargie, lethargie;
- eetstoornissen, gemanifesteerd in ernstige honger, verlangen naar junkfood, de wens om meer snoep en meelproducten te eten;
- veranderingen in gewicht; SAR-patiënten kunnen dramatisch extra kilo's aankomen;
- stemmingswisselingen, negatieve emoties domineren.
Tweede type ATS: ernstig
In het geval van een negatief verloop van de ziekte, kunnen depressieve episodes extreem lang zijn, tot 10 maanden. In dit geval is het mogelijk dat er geen "heldere hiaten" zijn wanneer de ene depressieve episode de andere vervangt. Hier neemt het risico toe om een constante trage depressie te vormen.
Deze toestand is moeilijk te corrigeren, vooral in een verwaarloosde vorm.
De belangrijkste symptomen zijn:
- verminderde eetlust, bijna volledige afwezigheid van honger;
- verlies van interesse in leven, werk, studie, hobby's en verschillende hobby's;
- vertraging;
- slaapstoornissen: de patiënt voelt niet meer de behoefte aan rust, slaapt slecht en slecht, valt moeilijk in slaap en voelt zich na het slapen op elk moment van de dag volledig gebroken;
- verlies van kracht en humeur;
- mogelijke zelfmoordgedachten, een gevoel van onheil en totale hopeloosheid;
- verminderde respons op externe prikkels en prikkels, inclusief pijn.